Mijn neefje riep me pas van de overkant van de straat: "Hoi Maria! Eeh... Sara-Maria". Ik zwaaide enthousiast terug. Het is helemaal niet erg om in adventstijd Maria genoemd te worden en zijn gezicht was onbetaalbaar op het moment dat hij zijn foutje door kreeg. Ik denk vaak aan hoe Maria zich gevoeld moet hebben toen ze te horen kreeg dat ze zwanger zou zijn, van de Heilige Geest. Ik bid dat ik een beetje op haar mag lijken, want wat een geloof! Ze weet het allemaal niet, maar ze zegt tegen de engel "laat met mij geschieden overeenkomstig uw woord" (Luk.1: 38). Ja, een 'begenadigde' is ze op verschillende manieren, want ze gelooft dat er voor God niets onmogelijk is.
Hoe kan dat? Hoe kan ze zo veel genade krijgen dat ze uit geloof kan zeggen dat ze de dienares van God is en dat ze Zijn wil wil doen? Hoe vond ze de kracht om tegen alles in dát te zeggen? Was ze vergeten dat ze straks aan Jozef moest gaan vertellen wat er gebeurd was en wat er zal gebeuren? En haar ouders, wat zullen die er van vinden als hun dochter, dezelfde dochter die ze als baby verschoont hebben, zal vertellen dat ze ook een Baby zal krijgen, maar dan Gods Eigen Zoon?
In Zijn Naam
Ik moet denken aan de Naam die zij haar Kind moet geven. Gabriël zegt tegen haar: "u zult Hem de Naam Jezus geven" (Luk. 1: 31). Al de kracht die Maria nodig heeft, zit in die Naam die ze Hem moet geven. Gabriël zei eigenlijk: Maria, je Redding zal geboren worden! De Baby die je zal dragen, zal jou dragen! Ook Jozef die op het punt staat te vluchten van de situatie krijgt het te horen: wees niet bang, maar noem Hem Jezus (Matth. 1: 20-21).
Betekenis
De reden noemt Gabriël ook meteen: "want Hij zal Zijn volk zalig maken van de zonden". De Naam Jezus (in het Hebreeuws 'Jesjoea', ישוע) komt van de wortel jod-sjin-ajin dat redding, verlossing, zaligmaking of heil betekent. Een wortel die je vaak terugziet in het Oude Testament. Oh, als je eenmaal de Naam Jezus terugziet komen in deze wortel dan gaat er een wereld voor je open. Kijk maar eens naar deze Bijbelteksten:
Jakob zegt op zijn sterfbed wanneer hij zijn zonen zegent: "op Uw Zaligheid (= Uw Jezus) wacht ik HEERE" (Gen. 49: 18)
Hanna zong: "Mijn hart springt op van vreugde in de HEERE, mijn hoorn is opgeheven in de HEERE, mijn mond is wijd open tegen mijn vijanden, want ik verheug mij in Uw Heil (= Uw Jezus)" (1 Sam. 2: 1)
David bad: "Mijn ogen zijn bezweken van verlangen naar Uw Heil (= Uw Jezus) en naar de belofte van Uw rechtvaardigheid" (Ps. 119: 123)
De vis spuugde hem uit zodra Jona zei: "het Heil (= Jezus) is van de HEERE" (Jon. 2:9; Ps. 3:9)
Jesaja profeteerde: "Mijn recht zal Ik tot rust doen komen tot een licht voor de volken. Mijn gerechtigheid is nabij, Mijn Heil (= Mijn Jezus) treedt tevoorschijn" (Jes.51:4b-5a)
En Micha: "Zelf zal ik echter uitzien naar de HEERE, ik zal wachten op de God van mijn Heil (= mijn Jezus). Mijn God zal mij horen." (Mich. 7:7)
Habakuk zei vol vertrouwen: "Ik zal toch in de HEERE van vreugde opspringen, mij verheugen in de God van mijn Heil (= mijn Jezus)" (Hab. 3:18)
Wat een rijkdom in de Naam van Jezus...
En kijk eens naar wat Simeon zegt in de tempel, wanneer hij eindelijk, naar Gods belofte, zijn Messias ziet. Ik zie het voor me. Hij houdt het Kindje vast en zegt: "Nu laat U, Heere, Uw dienstknecht gaan in vrede, volgens Uw woord, want mijn ogen hebben Uw Zaligheid (= Uw Jezus) gezien." (Luk. 2: 30). Heb je er ooit bij stil gestaan hoe letterlijk Simeon Gods Zaligheid zag met zijn ogen?
Dit is de reden dat de engel zei tegen Maria: Wees niet bevreesd. Niemand hoeft bang te zijn als je Jezus jouw Jezus (Redder en Zaligmaker) noemt!
Liefs en sjalom,
Sara-Maria