top of page
  • Foto van schrijverSara-Maria Smit

Zoals mijn nichtje omgaat met haar Knuf, zo wil ik omgaan met Gods Woord

Bijgewerkt op: 10 apr.

Ik moet een beetje lachen om haar dikke krokodillentranen wanneer ze me aankijkt met een pruillip. Ze staat voor mijn schoot met haar ‘Knuf’ in haar handen, in twee delen, en ik zie de aarzeling in haar ogen. Ze wil Knuf niet weggeven, maar ze wilt ook dat ik Knuf repareer… “Mag Tante Saar even kijken?” vraag ik voorzichtig. Ze opent langzaam haar beide handen. In de ene hand ligt een halve Knuf en in haar andere hand de andere helft. Deze aanblik zorgt natuurlijk voor meer tranen en theatraal huilt ze: “Knuf is… Knuf is… stu-u-u-uk!” Het is niet de eerste keer dat Tante Saar Knuf moet opereren…


Ik vind dit stiekem heel schattig... Mijn nichtje is gek op haar Knuf en niemand neemt haar dat kwalijk. Ze is een pleegkind en in het eerste jaar van haar leven heeft ze al veel te vaak moeten verhuizen. Knuf is de enige die altijd met haar meeging en nu na vijf jaren is hij nog steeds haar beste vriend. Het liefst neemt ze hem overal mee naar toe. Wanneer ze verdrietig is of ziek, wil ze een knuffel van mama en van Knuf. Slapen zonder Knuf kan ze niet. Af en toe moet Knuf in de was, maar liever niet; liever heeft ze Knuf gewoon altijd bij haar. Deze keer nam ik Knuf mee naar huis en daar ging ik gelijk aan de slag met de naaimachine. Ik had mijn nichtje belooft Knuf dezelfde middag nog thuis te brengen. Terwijl het versleten pluche schaapje bij mij op de operatietafel lag, schoot me een vergelijking te binnen… Zoals mijn nichtje omgaat met Knuf, zo wil ik omgaan met Gods Woord!



Misschien vind ik mijn nichtje wel extra schattig omdat ik haar een beetje begrijp. Ik sliep vroeger altijd met een zakdoek of een bundeltje zakdoeken, genaamd ‘doekje’ (heel origineel). Ze versleten altijd na een bepaalde tijd en dan kwam er soms een zakdoek bij om het bundeltje te versterken, maar als het echt erg was, werd de zakdoek vervangen. Een klein drama was dat, net als de gevreesde wasbeurt. Als het doekje weer schoon was, was het minder zacht en rook het anders. Doekje was voor mij thuis. Ik hield niet van logeren, maar als ik doekje bij me had, had ik een stukje van thuis bij me. Als ik in mijn doekje ademde, voelde ik me getroost en geliefd, veilig en thuis. Ik zag als kind vaak op tegen school en ik herinner me een tijd dat ik mijn doekje meesmokkelde in mijn jaszak. Mijn jas hing op de gang aan de kapstok en soms vroeg ik om naar de wc te gaan. Dan liep ik langs mijn jas en voelde even in mijn zak. Mijn doekje leek te zeggen: straks ben je weer thuis. Zie jij/ziet u de vergelijking?


Charles Spurgeon zei eens: “A Bible that’s falling apart, usually belongs to someone who isn’t.” en hij had gelijk. Aan de mate waarop een Bijbel versleten is, kun je zien hoe geliefd het is, net zoals een pluche knuffel van een kind. Ik wil dat mijn Bijbel zo geliefd versleten is als Knuf! Ik wil mijn Bijbel altijd bij me hebben, zoals mijn nichtje Knuf altijd bij zich heeft. Ik wil niet kunnen slapen zonder Gods Woord gelezen te hebben. Ik wil als ik wakker word als eerste om me heen kijken om mijn Bijbel weer te vinden, open en naast me, op mijn nachtkastje. Een beetje net als mijn nichtjes’ Knuf is God en Zijn Woord het enige wat mijn hele leven onveranderd is gebleven en altijd met mij is meegegaan.


Gods Woord troost mij. Het is het fundament van mijn thuis, want ik wil mijn hele leven bouwen op Zijn Woord (Mat. 7:24). Weet u, in heel veel opzichten ben ik nog precies hetzelfde meisje als vroeger. Nog steeds zie ik vaak tegen dingen op: ontmoetingen, taken of gewoon ‘lijden dat ik vrees’. Dan zoek ik mijn God in gebed en in Zijn Woord en vaak word ik dan getroost. Soms met een vers of een psalm of een geschiedenis, maar soms troost het me alleen al om dat boek vol boeken te zien. Als tiener ben ik wel eens in slaap gevallen op mijn Bijbel omdat ik het niet weg wilde leggen en net als dat ik vroeger mijn doekje meesmokkelde in mijn jaszak, neem ik nu wel eens mijn Bijbeltje mee in mijn tas, terwijl ik heel goed weet dat ik de hele Bijbel ook op mijn telefoon kan lezen. Nee, er zit niets in dat fysieke, papieren boek. Ik weet heel goed dat het gaat om de inhoud ervan, maar het punt is, dat ik al zo vaak getroost ben door die inhoud, dat de aanblik van het boek me al kan zeggen: straks ben je weer thuis. Op een veel rijkere manier dan mijn ‘doekje’ ooit gedaan heeft (Heb. 13:14)!


Liefs en sjalom,


Sara-Maria

286 weergaven2 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page