top of page
  • Foto van schrijverSara-Maria Smit

Helemaal stil - Reekalfjes redden van de maaimachine

Bijgewerkt op: 13 jun. 2021

Toen ik hem voor het eerst zag, werd ik helemaal stil... We waren al zo lang aan het zoeken, nu had ik er één gevonden en het benam me de adem. Stiekem wilde ik mijn vondst nog eventjes voor mezelf bewaren en vijf stilstaande seconden genoot ik diep van wat er aan mijn voeten lag.


Mijn ouders wandelen heel graag samen in de natuur. Met de camera om de nek en koffie in de thermosfles gaan ze, zo vaak als de agenda het toelaat, op pad om wild te spotten en samen te genieten. Als ze thuis komen van hun wandeling samen, is het eerste wat ik hoor meestal hoeveel wild ze hebben gezien. Met schitterogen laat mijn moeder dan de miniatuur fotootjes zien vanaf haar camera. Als de foto's eenmaal op de computer staan, moeten we ze allemaal nog eens bekijken. Prachtig! Toch is het anders als je er zelf bij bent geweest. Mijn korte beentjes lopen niet zo makkelijk de vele kilometers dat mijn ouders lopen, maar soms, als de wandeling niet te moeizaam is, dan ga ik graag mee. Een specifieke droom van mijn moeder was om een keer een reekalfje te vinden. Soms verkneukelen we ons samen over foto's van baby reekalfjes op Pinterest.


Via via een kansje

Mijn vader wilde natuurlijk graag mijn moeders droom waarmaken. Via via kende hij iemand die naast een veld woont waar vaak reeën lopen. Het gras is daar lang en reetjes verstoppen daar graag hun kalfjes als ze op pad gaan. 's Avonds komt mama ree dan terug om haar baby te zogen. Dat kunnen ze doen, omdat hun baby'tje heel stil, opgekruld blijft liggen in het holletje in het gras. Hun kracht is dat ze zo klein zijn, zo stil zijn en ook nog geurloos zijn. Vijanden (zoals vossen) kunnen ze bijna niet vinden omdat ze ze niet kunnen ruiken. Eens per jaar wordt dat veld met dat lange gras gemaaid door de boer. De boer laat dat dan weten aan onze kennis, zodat hij voor het maaien uit door het veld kan lopen om de reekalfjes die er verstopt liggen in veiligheid te brengen. Een grote maaimachine zou het kalfje niet overleven, daarom moeten ze aan de rand van het veld gelegd worden. Al vier jaar wachtte we op een kans om met onze kennis mee te lopen en dit jaar kon het dan eindelijk!


Door het lange gras

We klommen over het hek heen in het lange gras. Van te voren legde onze kennis uit hoe we moesten zoeken. We zouden langs de randen van het veld lopen in een lijn met ongeveer 1,5 meter tussen ieder van ons in. We moesten heel goed kijken, want ze zitten goed verstopt en de kalfjes zijn kleiner dan je denkt. Hij vertelde dat het al eerder gebeurd was dat ze er een aantal gered hadden, maar later toch van de boer hoorden dat ze er één over het hoofd gezien hadden. Eerst klonk dat best apart, maar eenmaal in het gras konden we het ons wel voorstellen. Ik ben best kort en het gras kwam op sommige plekken dan ook tot mijn heup. Ik heb snel last van mijn korte benen en ik voelde gelijk dat ik dit tripje morgen nog zou voelen. Ploeterend door het gras keken we goed om ons heen. Als je omkeek, kon je precies zien waar je gelopen had.


Het duurde best lang en we kwamen op een aantal plekken waar we duidelijk aan het gras konden zien dat er vaker reeën liepen. We keken overal, soms duwden we het lange gras opzij, maar geen kalfjes. Hè... We wilden er zo graag één zien! Ik bad stilletjes of we er één mochten zien. Het zou ons zo blij en verwonderd maken, Heere. Geef alstUblieft dat als er een kalfje ligt, wij het mogen redden van de maaimachine. Ik kreeg echt last van mijn benen en we waren inmiddels al richting ons startpunt aan het ploeteren. Ik vroeg het nog een aantal keer aan God. Natuurlijk, het is niet broodnodig om een kalfje te zien. Toch bad ik er om, want ik wist dat het tot Gods eer zou zijn als we er één zouden zien. We zouden Hem er voor loven, dat wist ik zeker!


Helemaal stil

We ploeterden verder en voor de zoveelste keer, keek ik onder een zoveelste pluk gras, naar het zoveelste kuiltje dat op een schuilplekje leek. Toen zag ik hem liggen. Dat was voor even het enige wat ik deed: ik zag hem liggen en ik bleef helemaal stil. Ik hoefde niet na te denken: is dit er echt één? Ik wist gelijk dat ik er echt één zag. Stiekem wilde ik het moment nog even voor mezelf houden. Mama zag me treuzelen en riep: heb je er één?! Dat was op zich geen bijzondere vraag, want dat vroegen we de hele tijd al aan elkaar. Het verschil was, dat ik nu niet reageerde. Het beestje lag helemaal stil en het moment was ook even helemaal stil.



Mijn stilte verraadde me en mama kwam er al gauw aan. Heb je er één?! Heb je er één? Ik knikte. Daar lag echt een hoopje reekalf. Nu kwam onze begeleider er ook aan. Hij deed plastic handschoenen aan en begon dotten gras te plukken om het beestje mee te pakken. Hoe schattig het ook is en hoe graag je het zou willen knuffelen, dat zou de dood van het kalfje betekenen. De moeder zal het verstoten als het naar mens ruikt. Daarom mag je nooit het kalfje aanraken en daarom pakken we het voorzichtig op met dotten gras. Bij het optillen komen de lange stelten van het kleine hoopje tevoorschijn. De begeleider legt hem rustig neer aan de kant van de weide. De moeder kan haar baby roepen, dus ze vindt het wel weer.



Ik kreeg tranen in mijn ogen van verwondering. DankUwel Heere!

We liepen verder en we vonden er nog één. Dit keer een zwarte! Ik vond het knap dat iemand hem zag, want het was net een gat in de grond, zo zwart was hij. Het kalfje was iets groter dan de vorige en hij piepte toen hij verplaatst werd. Toen het op de grond gezet werd, rende het snel naar mama. Prachtig. We hadden mama al zien staan en een paar van de kudde. Ze blaften naar elkaar om het gevaar wat ze rond hun baby's zagen lopen. Jammer dat we niet even konden uitleggen dat we ze hielpen.



De weg terug deden mijn benen pijn en het werd steeds zwaarder om over het lange gras te stappen, maar het was het waard. Papa en mama en ik konden niet ophouden over hoe schattig en mooi de diertjes waren. Eenmaal in de auto vroeg ik: "Wie heeft er gebeden of we er één mochten zien?". "Ik!", "Ik!" ,"Ik!" riepen we alle drie. "Wie heeft er gedankt?!" vroeg mama, en weer konden we allemaal 'ik' zeggen. Het was prachtig en we wisten dat God het allemaal gemaakt en gegeven had.


De stem van de HEERE doet de hinden jongen werpen. (Psalm 29: 9)

Liefs en sjalom,


Sara-Maria


PS: klik op de foto's om ze in het groot te bekijken.

234 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page