Op Oudjaarsavond komen we na de kerkdienst bij elkaar. Het hoeft niet meer donker te worden, want dat is het altijd al sneller dan je denkt. We kletsen wat. Eten wat. Eerst koffie en dan wat fris. Goede vrienden en familie om je heen, net als de afgelopen feestdagen. We kijken nog even op de klok: is het al bijna twaalf uur? We bidden altijd samen en lezen uit de Bijbel als de twaalf slagen naderen. En dan, even na het ‘amen’ komen de knallen en de lichtjes in de lucht.
Zo gaat het ongeveer elke eenendertigste december bij ons en zo ging het ook het afgelopen ‘oud en nieuw’. Dit jaar misschien wat minder knallen en lichtjes in de lucht, maar toch waren ze er wel. De klok sloeg twaalf en ik had zin in het te negeren. Ik had geen zin in op te staan en mijn familie een knuffel te geven en een gezegend nieuw jaar toe te wensen en ik had geen zin om blij te zijn en er een feest van te maken dat er weer een jaar voorbij was en dat er een nieuw jaar begon.
Ik dacht sarcastisch: ‘Joepie… hier gaan we weer’. Ik zag niet op tegen het jaar en het was ook niet dat ik geen vertrouwen had dat God ons dit jaar zou helpen. Het afgelopen jaar was voor mij ook geen reden om me zo te voelen. Ik voelde me in 2021 juist enorm gezegend en geholpen! Het was meer… dat ik gewoon geen zin had. Geen zin om nóg een jaar te gaan. Geen zin in gedoe. Geen zin in wekkers zetten en verjaardagen vieren en e-mails schrijven en het nieuws volgen en trappen op en af lopen en discussies voeren en goed ontbijten en planten water geven en deadlines en, en, en. Ik ben moe.
Wanneer komt U terug, Heere? Wanneer hoeft dit niet meer? Wanneer is de leegheid weg? Wanneer is Uw plan voltooid? Waarom niet nu, Heere?
Ja, ik verlang naar de wederkomst. Ik kan zelfs zeggen met Paulus: sterven is mij gewin (Fil. 1:21). Nu kun je aan de hand hiervan twee dingen van mij denken: misschien denk je ‘ze is depressief’ of misschien denk je wel ‘ze is heel vroom’. Nou, ik ben niet depressief en alleen ín Christus ben ik vroom, maar… ik vertel u dit omdat ik iets moest leren dat ik elke keer weer opnieuw moet leren. Noem het maar mijn valkuil. Natuurlijk is het goed om naar de wederkomst uit te zien. Verwachten is een opdracht. Een opdracht die ik persoonlijk misschien minder moeilijk vind dan mijn buurman. Toch moet ik mijzelf blijven onderzoeken: waarom verlang ik naar de wederkomst? Is dat vooral omdat ik af wil zijn van alle moeite en pijn of omdat ik verlang naar Jezus Christus en de vervulling van Zijn plan?
Ik voelde me na mijn gedachten zo ondankbaar en vol ongeloof, als een Petrus die terugzakte in het water, nadat hij er een tijdje over gelopen had (Mat. 14: 30). Ik wist dat ik mezelf moest onderzoeken deze jaarwisseling: waar zie ik nu echt naar uit? Is het fout om uit te zien naar het einde van alle moeite? Nee! God gaf ons niet voor niets zo veel rijke beloften voor onze toekomst in Zijn Woord. We rennen en rennen en jagen naar de prijs die ons beloofd is. Maar… dat is één kant van het verhaal. Want ik wist in mijn hart dat als ik meer zou verlangen naar de vervulling van Zijn plan, ik meer vrede zou hebben met het feit dat het -blijkbaar- nog niet Zijn plan was dat Hij nú kwam. Ik mag het moeilijk vinden, maar ik mag niet vergeten dat Gods gedachten hoger zijn dan mijn gedachten (Jes. 55:8). In de Bijbel belooft God Zijn kinderen een glorieuze toekomst, maar Hij belooft nog meer. Hij belooft bijvoorbeeld dat alle dingen zullen meewerken ten goede voor hen die Hem liefhebben (Rom.8:28). Hij belooft dat Hij niet zal uitblijven (Heb. 10:37) en Zijn belofte niet vertraagt (2 Pet.3:9)!
Ik opende die ochtend mijn splinternieuwe, Bijbels dagboekje en het leek wel of Spurgeon dit jaren geleden voor mij persoonlijk had geschreven:
“We zullen ons verheugen en in U verblijden (Hoogl. 1:4). We ZULLEN. We weten het zeker. Jezus is de kroon van ons verlangen. In U. Dat laatste woord is de ziel van de tekst.”
We zullen ons verblijden. Het staat er. Ook dit is een belofte waar ik op mag pleiten! En dan zijn gebed:
Aangezien U, lieve Heere Jezus, het enig Deel bent van Uw volk, schenk ons dit jaar zo’n besef van Uw kostbaarheid dat we van de eerste tot de laatste dag blij mogen zijn en ons mogen verheugen in U. Laat Januari zich openen met vreugde in de Heere en december zich sluiten met blijdschap in Jezus!” (1)
Dat is ook mijn gebed. God is mijn Deel en zo kan ik uitzien naar het nieuwe jaar: Anno Domini 2022, het jaar des Heeren!
Bid je met mij mee?
Liefs en sjalom,
Sara-Maria
1. Vertaald en geparafraseerd uit Morning and Evening - Daily Readings by C.H. Spurgeon (Ross-Shire: Christian Focus Publications, 2009), 11.
Commentaires